Ga naar de inhoud
Home » Harderwijk, ook volgens KNRB een fantastische locatie voor coastal

Harderwijk, ook volgens KNRB een fantastische locatie voor coastal

  • door

Een gesprek met ‘Coastal’ expert Erik Kraak

door Jeroen Visser en Michael C. Meijburg

De redactie van Coastal RV HARDER toog onlangs naar Amstelveen voor een gesprek met Erik Kraak. Erik was tot maart 2018 commissaris sportontwikkeling in het KNRB-bestuur, sindsdien is hij secretaris van de commissie coastal rowing en secretaris van de adviescommissie veiligheid van de KNRB. Als zodanig is hij inmiddels al een aantal jaren aanjager van het coastal roeien in Nederland terwijl hij het aspect veiligheid ook voor coastal vorm heeft gegeven. In het vlakwaterroeien was Erik niet onverdienstelijk.  Hij is een gelauwerd roeier van de R&ZV de Amstel uit Amsterdam, waar hij sinds 1973 lid is. Erik heeft alle nummers gevaren en ruim 60 blikken verworven, waarmee hij tot eenzelfde hoogte reikt als de nog levende roeilegende en mede-Amstellid Jan Wienese die goud veroverde in het nummer skiff op de Olympische Spelen van Mexico (1968). In de skiff behaalde Erik vele nationale successen. De bochtige rivier de Amstel, bekend van de ‘Head of the River’, Heineken-vierkamp en de ‘skifhead’, kan hij blindelings varen. Succesvol was hij ook in een lichte ´Amstel-acht’ die begin jaren tachtig nationaal en internationaal veel blik binnensleepte. Hij was een begenadigd coach en 6 jaar voorzitter van de Amstel. Sinds en jaar of vier roeit hij fanatiek ‘coastal’. De coastal vier van de Amstel met Erik op slag is een geduchte opponent in het weliswaar nog kleine toernooiveld in Nederland.  Met andere woorden, als je met Erik aan tafel gaat voor een gesprek over roeien dan is het voornamelijk eenrichtingsverkeer want hij raakt niet uitgesproken over zijn belevenissen op het water, ervaringen uit de bestuurskamer en zijn werkzaamheden in diverse commissies van de KNRB. Voor een coastal roeivereniging in oprichting is een gang naar Erik essentieel, vooral als het aspect veiligheid hoog op de agenda staat.

Erik is een enthousiast verteller (foto: Michael C. Meijburg)

De bakermat van coastal roeien ligt in Frankrijk waar al sinds het begin van deze eeuw werd gevaren in de speciaal voor deze roei variant ontwikkelde ‘Yole de Mers’. Sinds wanneer is coastal roeien in Nederland van de grond gekomen, welke verenigingen hebben het voortouw genomen, welke rol speelt de KNRB en hoe is de huidige stand van zaken?

Ver voor mijn komst bij de KNRB, begin van deze eeuw, is een aantal verenigingen al begonnen met coastal roeien.  Vooral bij burgerverenigingen aan open water zag men de voordelen want ook onder relatief minder gunstige weersomstandigheden kan men coastal roeien. Muiden liep voorop.  Daar werd coastal populair naast het meer klassieke ‘pilot gig’ (houten overnaadse zeewaardige sloep) roeien. Al in 2004 kocht ‘Muiden’ een eerste coastal vier, de Amalia.  Andere verenigingen volgden. Bij R&ZV Naarden, de KNZ&RV Muiden, Nautilus en ‘de Dordtsche’ kwamen ‘Yole de mers’  te liggen. In die tijd werd vooral recreatief gevaren.

Aanvankelijk keek de roeiwereld in Nederland met argusogen naar coastal roeien want de boten zijn breed, zwaar, nogal traag en zelflozend, daar ging het hart van een gladde roeier niet echt sneller van kloppen.  Maar al snel keerde het tij. In 2016 kreeg coastal roeien een impuls door interesse vanuit IOC en FISA. R&ZV de Amstel kocht in 2017 haar eerste coastal vier die in een container op IJburg kwam te liggen. In 2018 startte de KNRB een coastal roeiklassement en nu worden er wedstrijden gevaren in onder andere Muiden, Loosdrecht, Rotterdam, Scheveningen, Medemblik en Amsterdam IJburg.  Sinds enkele jaren worden er Europese en Wereldkampioenschappen gevaren en nu bekend is dat coastal roeinummers (behalve de vier) waarschijnlijk worden toegelaten op de Olympische Spelen (aanvankelijk 2024 maar doorgeschoven naar 2028 in Los Angeles) zit coastal pas echt in de lift. Ook studentenverenigingen zoals Skadi en Argo ontdekken coastal. Zodra coastal Olympisch wordt zal het ook in het KNRB topsportprogramma worden opgenomen en zal het door NOC/NSF budgettair worden ondersteund.

Je bent inmiddels zelf een ervaren coastal roeier.  Wat maakt deze roeivariant zo interessant?

In technisch opzicht verschilt coastal niet veel van glad roeien. Het onderscheid zit vooral in een stuk hectiek bij het varen op ruig water. Goede stuurmanskunst is essentieel. Een ‘coastal stuur’ moet vertrouwd zijn met alle elementen op het water, idealiter heeft hij/zij kennis van en ervaring met zeilen zodat goede inschattingen kunnen worden gemaakt van stroming, golfslag en wind. Bij de zgn. ’endurance’-wedstrijden over 6 km waarbij een aantal boeien moeten worden gerond is niet alleen behendigheid van roeiers belangrijk maar vooral strategie en tactisch inzicht van de stuur.  Een coastal vier is uitgerust met een ophaalbaar zwaard  dat zich tussen de benen van een stuur bevindt. Bij het naderen van een boei kan het zwaard uit de boot worden getrokken waardoor heel snel en scherp kan worden gekeerd.  Het keren van een boei verloopt vaak hectisch wanneer meerdere boten tegelijkertijd op een boei afstevenen. Inzicht, koelbloedigheid en discipline zijn dan belangrijk om ongeschonden en bij voorkeur als eerste op het volgende rak uit te komen. Ik roei nu een aantal jaren in een coastal vier bij de Amstel en heb deelgenomen aan alle coastal wedstrijden zoals de Wereldhavendagen op de Nieuwe Maas en de IJmeer Challenge en zonder uitzondering is het spektakel wanneer de boten op de eerste boei afvaren. In principe heb je minder snelheid, je vaart dicht op je tegenstanders, dus niet in vaste banen en veel hangt af hoe je de bocht aansnijdt bij de eerste boei. Vaak komen diverse boten vast te liggen en dan kan het besluit om een vertraagde start te maken of een ruimere bocht te varen goed uitpakken zodat je om de wirwar van boten en riemen heen kan varen.  Dan is er ook nog de ‘beach-sprint’ waarbij vanaf het strand eerst door de branding moet worden gevaren en na het keren van een boei op het strand door een van de roeiers op het strand de finish moet worden aangetikt.  Het IOC (Internationaal Olympic Committee) lijkt voorkeur te hebben voor beach sprints, maar heeft nog niet besloten en World Rowing zal zeker ook een WK in endurance format organiseren. Voor de Olympische spelen denkt men aan de kleine nummers, dus coastal skiffs en tweetjes, niet voor vieren. Men wil het aantal atleten beperkt houden.  Beach sprint lijkt voor ‘echte roeiers’ nu vaak nog minder interessant vanwege de blessuregevoeligheid terwijl de boten natuurlijk veel te lijden hebben in de branding en bij aankomst op het strand..  

Wordt coastal roeien inmiddels door veel verenigingen beoefend?

Er zijn nu 7 à 8 bij de KNRB aangesloten verenigingen waar coastal roeien naast glad roeien of zeilen wordt beoefend, dat zijn Muiden, de Amstel, de Hoop, Naarden, Nautilus, Rijnland en de Maas.  Daar zijn recent een aantal nieuwe verenigingen bijgekomen die nog geen lid van de KNRB waren maar vanwege deelname aan het WK 2019 deze stap hebben gezet. De Koninklijke Watersport Vereniging Loosdrecht, DCR en Scheveningse Roeivereniging behoren tot deze groep. De laatste is de enige pur sang coastal roeivereniging in Nederland, ze varen met ‘pilot gigs’ en coastal boten en organiseren sinds 2019 de SRV-Regatta. Naar verwachting volgt binnenkort de watersportvereniging IJburg en er zijn ook zeilverenigingen die warm lopen om coastal in hun program op te nemen en lid willen worden van de KNRB.  Ook in Katwijk bestaan plannen voor een coastal roeivereniging en zal men een wedstrijd organiseren. We kijken nu ook naar de mogelijkheid om een regatta te organiseren in IJmuiden. Straks met RV Harder erbij met die fantastische locatie Harderwijk als thuisbasis zou het geweldig zijn daar ook een wedstrijd te hebben.  Een andere reden voor de toegenomen populariteit van coastal is omdat op het traditionele roei-vaarwater  waanzinnig druk geworden is en men daarom wil uitwijken naar grote meren, buitengaats en op zee. Een rem op het coastal roeien in Nederland vormt nog het beperkt aantal boten. Veel verenigingen lenen onderling hun boten uit, vooral tijdens wedstrijden. Er zijn naar schatting ruim 200 actieve coastal wedstrijdroeiers in Nederland. Het aantal recreatieve coastal roeiers vormt een veelvoud hiervan.  Pionier in coastal en één van de meest succesvolle coastal roeiers in Nederland is Mitchel Steenman. Tweevoudig Olympier in het vlakwaterroeien doet coastal er gewoon bij. In de coastal dubbeltwee (samen met zijn Canadese zwager) en in de mixed dubbeltwee (samen met zijn partner Janneke van der Meulen) behaalde hij goud op de wereldkampioenschappen in Vancouver, Canada in 2018. Op het WK van Hong Kong in 2019 behaalde Mitchel zilver samen met Janneke in de mixed dubbeltwee. Overigens deden daar 7 Nederlandse ploegen mee, dus dat toont ook de toenemende populariteit van het coastal roeien. Het zijn nu nog allemaal verenigingsploegen die meedoen aan deze kampioenschappen, dus geen nationale ploegen. Voor de Olympische Spelen zullen nationale ploegen worden ingeschreven.

Een container op het strand als botenloods… (foto: Erik Kraak)

Als coastal RV in oprichting die hoopt op een mooie locatie om te starten kijken we natuurlijk ook met belangstelling naar het aanbod van coastal roeimateriaal.  Het ontwikkelen van een vloot kost kapitalen dus gaat voorlopig de belangstelling uit naar tweedehands materiaal. Er is al vrij veel keus uit diverse type en merken coastal boten.  Kan je enkele aanbevelingen doen op basis van je eigen ervaringen en die van andere verenigingen?

De R&ZV de Amstel heeft een coastal vier van Filippi aangekocht en die bevalt uitstekend. Deze ligt in een container met toestemming van de Gemeente Amsterdam op het strand van IJburg. Daar ligt ook een coastal vier van De Hoop en een tweedehands coastal 2 van het merk Virus (Inmiddels 15 jaar oud maar voldoet nog prima). In september 2020 konden we tussen de ‘lockdowns’ de IJmeer Challenge organiseren. Er is intussen best een breed aanbod aan coastal boten. Naast Filippi, zijn er Liteboat, Swift, Leo, Wintech, Falcon en AVE Racing. Alle merken zijn druk bezig met het verder verbeteren van hun ontwerpen. Euro Diffusion  was ooit voorloper in het ontwikkelen van coastal boten en heet nu ‘RS-boats’. Zij waren de laatste jaren weinig doorontwikkeld, maar zullen nu ook wel weer verder ontwikkelen. 

Filippi biedt prachtige modellen aan, maar de huid is vrij kwetsbaar en ze zijn tamelijk duur.  De Filippi coastal vier stuur je met je voeten zodat de stuur zijn/haar handen vrij heeft voor het hanteren van het zwaard. De vier heeft wel een klein nadeel. De roeiers zitten in een kuip-achtige constructie waardoor water rond je voeten minder goed wegloopt, je hakken worden altijd nat. ‘Liteboat’ is vlakker gebouwd en gedraagt zich perfect bij vlakker water maar loost buiswater bij hoge golven minder goed. ‘Swift Racing’ is ook prima maar de ‘besturing’ van de vier is niet optimaal (uitgerust met stuurstangen). De coastal skiffs en tweetjes van ‘Leo Coastal Boats’ zijn ook uitstekend.  De vieren van Falcon Racing uit Frankrijk die hier op proef zijn geweest bevielen wat minder. Er was onvoldoende ruimte om uit te trappen. In plaats van 1,35 à 1,40 meter tussen de roeiers zat er slechts 1.30 meter en dat is te krap. Hun eentjes en tweetjes zijn prima. Bij de KZ&RV Muiden, die al over een ruime vloot coastal beschikt, zit erg veel kennis en ervaring. Dus steek vooral je licht op bij Marcel Revet, commissaris Roeien bij de ’Koninklijke’.

Mede naar aanleiding van een aantal noodlottige ongelukken bij het vlakwaterroeien hecht de KNRB veel belang aan de bewustwording van het veiligheidsaspect. Het inzichtelijk maken van de risico’s en het treffen van maatregelen door verenigingen ter voorkoming van incidenten heeft prioriteit. Het is een complexe materie waarvoor gedegen onderzoek is verricht en ook over de grens is gekeken om te zien hoe andere nationale roeibonden omgaan met dit aspect. De website van de KNRB  biedt een keur aan documenten waarmee roeiverenigingen hun veiligheidsbeleid kunnen formuleren. Welke roeiverenigingen hebben hun zaken qua veiligheid goed op orde  en zouden onze vereniging in oprichting daarbij kunnen ondersteunen?

Inderdaad zijn de noodlottige ongelukken bij RV Amenophis uit Zeewolde (1994) en RV Jason uit Arnhem (2017) voor de KNRB aanleiding geweest om roeiverenigingen te wijzen op hun verantwoordelijkheden mbt de veiligheid van hun leden op het water. De rol van de KNRB is om de bewustwording onder de roeiverenigingen te vergroten en we denken mee over verbetering van de veiligheidssituatie. De KNRB geeft geen dwingend advies maar hanteert vooral richtlijnen. Veel verenigingen zouden graag strakke eisen zien, maar dat is lastig gezien de verschillende situaties per vereniging. Ook aansprakelijkheid van de vereniging (lees bestuur) is belangrijk. Dit is een complexe juridische zaak.  Een expertise waarvoor specialistische kennis is vereist. Dit metier is niet echt aan mij toevertrouwd dus ik heb besloten om deze commissie binnenkort te verlaten. 

Het meest recente ongeluk bij RV Jason waar een drietal roeiers verdronken die waren uitgerust met volautomatische reddingsvesten, heeft tot een lange discussie geleid bij de KNRB over de noodzaak van het dragen van reddingsvesten, vol- of halfautomatisch.  Bij elke vereniging spelen weer andere risico’s. Stroming, beroepsvaart, grilligheid open water, afstand naar de wal, hoogtes van kademuren, wind, kans op mist, elke situatie is anders en vraagt dus om maatwerk. DCR roeit altijd met reddingsvesten en bij  RV Isala uit Zutphen roeit iedereen in felgekleurde hesjes en is er een dringend advies voor een reddingsvest in de skiff in de winter. Bij RV Die Leyte uit Leiden wordt niet in de skiff geroeid bij een watertemperatuur onder 8 graden Celsius.  Sowieso wordt  aangeraden om een veiligheidscommissaris aan te stellen die uitvoering geeft aan het veiligheidsplan van de vereniging. Op de website van de KNRB staat een goed voorbeeld van een veiligheidsplan. Het is van de watersportvereniging ‘De Helling’ uit Culemborg, waar wordt geroeid op de rivier de Lek. Een vereniging die qua veiligheid de zaken goed op orde heeft is RV Isala en bij de SRV in Scheveningen, die puur vanuit coastal denken, is veiligheid ook goed geregeld. Een marifoon aan boord is verplicht en er is afstemming met de havenmeester wanneer wordt uitgevaren. Je kan daar praten met de voorzitter René Clavaux of met Peter Lindeman, contactpersoon van de commissie veiligheid.  Een aspect dat wellicht wordt onderschat is de zichtbaarheid van de roeivestjes. Gebruik felle, opvallende kleuren, het liefst fluorescerend.  Uit eigen ervaring weet ik dat roeiers met een donker tenue soms te laat worden opgemerkt en dat kan dan een nat pak opleveren bij een ultieme uitwijkmanoeuvre. OK, maar dat is dan nog een onschuldige vorm van ‘averij’..

Ten slotte vragen we Erik Kraak of hij nog tips en suggesties heeft voor RV Harder op het gebied van fondsenwerving. RV Harder zal tzt ook een botenloods en sociëteit moeten bouwen en er is kapitaal nodig voor het ontwikkelen van een vloot.

Tja, de KNRB geeft geen financiële ondersteuning, maar ze zijn heel goed in het geven van advies en toetsing van plannen.  Bij de R&ZV de Amstel is ten behoeve van een ingrijpende verbouwing en uitbreiding van het clubhuis gebruik gemaakt van de 1/3 regeling van de Gemeente Amsterdam. Bij veel gemeentes is subsidie te krijgen, maar ook bestaat de ‘BOSA’ regeling, van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. ‘BOSA’ staat voor ‘stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties’. Hier kunnen amateursportverenigingen aankloppen voor een bijdrage van maximaal 20% van de kosten van bouw, verbouwing of investering in sportmaterialen. Aanvragen kunnen eenvoudig digitaal worden ingediend. Er zijn ook vaak subsidie fondsen beschikbaar, in de regio Amsterdam is er bijvoorbeeld het Schipholfonds.  Sponsoring is vaak moeilijk. Het is belangrijk om iemand met een economische en/of financiële achtergrond in je gelederen te hebben die behendig is met het aanvragen van subsidies en idealiter ook de weg weet naar potentiële sponsoren en donoren.